dinsdag 11 september 2018

Lees Thijsse!


Mijn RD-column van 17 maart 2018

Lang heb ik bij vrijwel elk dier dat ik onderweg tegenkwam kunnen citeren wat Jac. P. Thijsse erover schreef. Van de houtduif die zijn liedje pleegt af te sluiten met een staccato slotnoot die uit het niets lijkt te komen tot de fitis die met bloeiende berkenkatjes speelt, van de manier waarop aardhommels helmbloemen ‘kraken’ tot de populariteit van de rode spoorbloem onder nachtvlinders – mijn kennis had ik van Thijsse.

Het begon met een Verkadealbum dat ik cadeau kreeg, omstreeks 1990, toen ik een jaar of twaalf was. Het album  was De bloemen en haar vrienden – de heruitgave uit 1984. Later, in 1993, kocht ik in een antiquariaat Het vogeljaar, een boek dat me eindeloos heeft vermaakt, op lange lege zondagen en in eenzame vakantiedagen. Geleidelijk aan groeide de Thijsse-collectie tot een boek of twintig (lang niet compleet dus, ik ben geen collectioneur). Nog steeds zijn De bloemen en haar vrienden en Het vogeljaar mijn grote favorieten.

Wat deed je op uit het lezen van al die boeken van Thijsse? Kennis natuurlijk, maar toch: als het gaat om  het leren herkennen van soorten vogels, insecten en planten, heb ik niet zo veel aan Thijsse gehad. Wat je van Thijsse leerde was vooral een manier van kijken: hij ging rustig een half uurtje bij een bramenstruik zitten om het gedrag van een spinnendoder (een soort wesp) te observeren en zijn smakelijke weergave van wat hij gezien had deed je dan vaak besluiten om zelf ook eens te gaan kijken wat er buiten allemaal gebeurde. Thijsse schrijft ergens dat hij in de loop der jaren op elke dag van het jaar wel een zanglijster heeft horen zingen – en dus lette je ook op hete zomerdagen goed op of je ergens een lijster hoorde (meestal niet). Wat ook schitterend was: Thijsse noteerde van allerlei vogels de zang in notenschrift, iets wat, als je het zelf probeert te doen, buitengewoon lastig blijkt te zijn.

Thijsse lezen was trouwens een bitterzoet genoegen. Een album als De bonte wei  heb ik eigenlijk nooit durven lezen, in de wetenschap van alles wat er (ook vijfentwintig jaar geleden al) in Nederland verloren was gegaan. In Thijsses tijd lag de overvloed nog gewoon overal naast de deur. Overigens was hijzelf – rasoptimist – zelden alleen maar kritisch over de veranderingen die zich voltrokken. Maar het is een gruwel om je voor te stellen hoe het zou zijn als Thijsse nu een wandeling over het Nederlandse platteland zou maken.

Het is (nog steeds) Boekenweek, met de natuur als thema. Laat al die nieuwe boeken maar in de boekwinkel liggen, bezoek een fatsoenlijk antiquariaat een neem een stapeltje Thijsse mee. U zult er uw leven lang geen spijt van krijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten