Column, gepubliceerd in de bijlage 'Gulliver' van het Nederlands Dagblad, 8 april 2011
Meer dan tien miljoen Engelsen keken afgelopen najaar naar de serie Downton Abbey, uitgezonden door de commerciële zender ITV. In de Britse kranten verscheen de ene na de andere beschouwing over de historische dramaserie. Zelfs kieskeurige, cultureel-correcte recensenten haalden er de neus niet voor op. Het werd een nationale sport om historische missers in de serie te zoeken: gele strepen op de weg, een tv-antenne, een stukje pianomuziek – nee, die bestonden nog niet in 1912. Inmiddels zendt het Belgische Een de serie uit. Over een tijdje volgt onze NCRV.
Meer dan tien miljoen Engelsen keken afgelopen najaar naar de serie Downton Abbey, uitgezonden door de commerciële zender ITV. In de Britse kranten verscheen de ene na de andere beschouwing over de historische dramaserie. Zelfs kieskeurige, cultureel-correcte recensenten haalden er de neus niet voor op. Het werd een nationale sport om historische missers in de serie te zoeken: gele strepen op de weg, een tv-antenne, een stukje pianomuziek – nee, die bestonden nog niet in 1912. Inmiddels zendt het Belgische Een de serie uit. Over een tijdje volgt onze NCRV.
De serie heet naar het imposante landhuis dat wordt bewoond door de graaf van Grantham, zijn vrouw en hun drie dochters, samen met een kleine schare personeel. Het probleem is de erfgenaam. Dochters erven niet en de verre neef uit Manchester is stuitend middle-class. Hij denkt nota bene het landgoed te kunnen besturen in de weekends - de moeder van de graaf (superieur gespeeld door Dame Maggie Smith) vraagt met één opgetrokken wenkbrauw: “What is a week-end?”
De wereld van boven (het grafelijk gezin) heeft zijn parallel in de wereld van beneden (de bedienden). Die is even hiërarchisch, en even vol spanningen. Natuurlijk is er voortdurend interactie tussen beide systemen. Het personeel is er, daar bestaat geen twijfel over, om het adellijke leven rimpelloos te laten verlopen. Maar de butler, de first en second footman, de valet, de housekeeper en wat dies meer zij – ze zijn wel mensen, ook in de ogen van de graaf en zijn familie.
Het tijdperk van de adel loopt in Downton Abbey overduidelijk op zijn einde. De Edwardiaanse tijd, nazomer van de negentiende eeuw, eindigde in zekere zin met de Eerste Wereldoorlog. De graaf maakt in de laatste aflevering bekend dat Engeland en Duitsland in oorlog zijn. Zijn chauffeur leest Marx. Dochter Sybil raakt geïnteresseerd in progressieve politiek. De nieuwe tijd komt eraan.
Waardoor kluisterde Downton Abbey de Engelsen aan de beeldbuis? Natuurlijk, Britten worden gevoelig geraakt door alles wat met klasse en stand te maken heeft. En ja, het decor van de serie is buitengewoon, de acteurs eveneens, het Engels is perfect, om over de kleding maar te zwijgen.
Maar Downton Abbey fascineert vooral omdat de wereld voor 1914 ons grensgebied is: exotisch én vertrouwd. De Engelsen gingen al discussiërend over de serie anekdotes ophalen over hun great great grandfather en hoe die behandeld werd door de gentleman voor wie hij werkte. Zo slaat het heimwee toe: heimwee naar de tijd dat alles nog in orde was. Want de moderniteit bracht niet alleen auto’s en telefoons en elektriciteit – de moderniteit was een logge machine die de verschillen zou gaan platwalsen die het leven kleur en zin geven. Inmiddels weten we wat het resultaat is, en daarom kijken we zo graag naar Downton Abbey.
Neem Mr. Carson, de butler. Zoveel waardigheid, zoveel loyaliteit aan zijn adellijke werkgever, zoveel vaderlijke autoriteit jegens zijn ondergeschikten: welke eenentwintigste-eeuwer met een baan zou daar niet jaloers op worden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten