Juist in de week waarin Nederland zwolg in Oranjeliefde
stuitte ik op een curieuze foto van Willem-Alexanders grootmoeder Juliana. De
foto is genomen in 1923, toen Wilhelmina vierde dat ze vijfentwintig jaar
koningin was. Prinses Juliana was toen veertien jaar oud.
Op de foto is Juliana te zien in Axelse klederdracht,
temidden van vier Axelse meisjes, evenzeer in boerendracht. Het lukt me niet
goed om te bepalen hoe Juliana de lens in kijkt: is het hooghartig, sip,
geamuseerd? Je zou je kunnen voorstellen dat ze zich in deze uitdossing wat
ongemakkelijk voelt.
Opvallend is natuurlijk vooral de hoge schouderpartij. Nergens
was die zo extreem als in het Land van Axel (dat is het deel van
Zeeuws-Vlaanderen dat Axel, Hoek, Zaamslag en Terneuzen omvat). De zogenaamde
doek werd verstevigd met papier en zo hoog opgestoken dat hij boven de oren
uitkwam. Volgens J.L. Platteeuw, die een boekje over de Axelse dracht heeft
geschreven, was dit een mode die omstreeks 1870 ontstond, mede in concurrentie
met de burgerdracht, die allengs populairder werd.
De associatie met vleugels ligt voor de hand. Soms wekt het
kostuum de indruk dat de dragers permanent de schouders zeer hoog over iets
ophalen, op andere momenten lijkt het of ze ietwat beschroomd met het hoofd
tussen de schouders duiken – en hoe dan ook vermoed je dat de draagsters zich zeer
omzichtig hebben moeten bewegen.
Volgens Platteeuw vonden de moeders het maar een ijdele en goddeloze
vertoning, die hoge schouders, maar hun dochters wonnen het pleit. De relatie
tussen godsdienst en klederdracht is trouwens toch een opmerkelijke: de zwaren
onder de calvinisten die het Land van Axel bevolkten vonden kleurigheid maar
niets, en gouden sieraden evenmin, waardoor hun dracht een sobere variant werd
van de algemene streekdracht. Toen er minder en minder mensen ‘op z’n boers’
gekleed gingen, bleef juist deze godsdienstig conservatieve groep volharden,
met als resultaat dat menigeen die nog bij zijn leven streekgenoten in
klederdracht heeft gezien, denkt dat donker en onopgesmukt de norm was.
Het behoeft geen betoog dat prinses Juliana in 1923 in vol
ornaat gekleed ging. Het was het ornaat van haar volk (onze nieuwe koning zou
zeggen: haar burgers). Er spreekt een opmerkelijke identificatie uit, die door haar
onderdanen zeer gewaardeerd moet zijn. Het is weer eens wat anders dan een
dansje met Armin van Buuren.
Dat bezoek vond plaats op Zaamslag, een sterk oranje-gezinde gemeente. De Axelse klederdracht was bij de boerenbevolking, zowel arbeiders als landbouwers zeer verspreid. Op het eiland van Axel waren er verder een neringdoenden- en een burgerdracht, zie Nieuwsbrief Heemkundige vereniging Terneuzen nr.96 2015.
BeantwoordenVerwijderen