Het was misschien wel het eerste dat ik van Pieter Nouwen las: zijn aanval op de theoloog H.M. Kuitert. Het stuk stond in 1997 in het christelijke literaire tijdschrift Bloknoot, waarin altijd wel iets interessants gebeurde. Ik vond het adembenemend. Het zoetsappig-rechtzinnige verweer uit kringen van de Gereformeerde Bond kende ik. Dit was anders: hier was eindelijk eens iemand die zich kwaad maakte op Kuitert – en hoe.
Dat uitgeverij Thoth de beste drie boeken van Nouwen nu opnieuw heeft uitgegeven is verheugend, maar Pieter Nouwen was dus niet alleen schrijver van verhalen en romans. Hij was ook essayist – of misschien moet ik zeggen: polemicus. Het is spijtig, maar misschien onvermijdelijk, dat de essays van Nouwen buiten de bundel Nouwen verzameld zijn gebleven. Gelukkig weet ik in welke nummers van Bloknoot en Liter ze staan.
Nouwen las Zeker weten van Kuitert en vond het een ‘infaam’ boek. Kuitert, aldus Nouwen, ‘verkoopt (…) niet alleen stenen voor brood, maar hij wil de christelijk gelovigen ook van hun brood beroven en er zijn stenen voor in de plaats leggen’. Dat Kuitert van zijn geloof was gevallen was nog tot daaraantoe, maar hij was ook behept met bekeringsdrift en leek te vinden dat zijn lezers ook van hun geloof moesten gaan vallen. Dat, en Kuiterts denigrerende toon jegens het christendom, maakte Nouwen razend, naar zijn eigen woorden.
‘De adembenemende leegte van het kuitertdom’ – zo heette het stuk – is een typisch Nouwen-essay. Het is breed opgezet, met verschillende cliffhangers erin, en voorzien van een uitgebreide wetenschapsfilosofische uitweiding. Nouwen heeft kennelijk niet meer van Kuitert gelezen dan alleen Zeker weten. Voor een degelijke bestrijding van wetenschappelijke aard zou dat te weinig zijn; voor een polemisch stuk, waarin men aan symptoombestrijding mag doen, is het voldoende. Nouwen als polemicus was iemand die zich richtte op een modern verschijnsel waar hij min of meer bij toeval op stuitte - maar dan wel vanuit een ruime belezenheid en zonder angst om gevestigde ideeën tegen het licht van de logica te houden.
Welke dwaling bestreed Nouwen vooral? Ik weet er geen beter woord voor dan chronological snobbery, een door C.S. Lewis gemunte term. Chronologisch snobisme is, in Lewis’ woorden, een ‘kritiekloze aanvaarding van het intellectuele klimaat van je eigen tijd en het uitgangspunt dat alles wat uit de tijd is om die reden niet serieus te nemen is’. Uit het hele oeuvre van Nouwen blijkt dat dit een mentaliteit was die hij verafschuwde. Als er dan een boek van onze meest ruggengraatloze theoloog op je pad komt, ja, dan ontploft er iets.
Hoewel enigszins onvast van toon, is ‘De adembenemende leegte van het kuitertdom’ een waardevol specimen van polemiek. Voor wie het gelezen heeft is Kuitert of de Kuitertachtige theoloog nooit meer dezelfde. Om het in de woorden van Nouwen te zeggen: ‘Van een intellectueel geavanceerde apostel der wankelmoedigen verandert hij in een uitventer van spirituele armoede en een exponent van culturele barbarisering.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten