Mijn RD-column van 30 september 2017
We zijn
eerder dit jaar verhuisd, en daarmee is een oude droom uitgekomen: er staat een
walnotenboom in onze tuin. Die boom hebben we niet zelf geplant. Hij stond er
al toen we het huis kochten, volgroeid en wel. Nu, eind september, zijn de
vruchten gerijpt, de schillen barsten open, de noten vallen bedaard in het gras.
Je hoeft ze alleen maar op te rapen.
Toch is het alsof de noten die we oogsten de onze niet zijn, alsof onze
walnoot nog de boom van iemand anders is. Het zijn de vorige bewoners van ons
huis die hem geplant hebben, verzorgd en al die jaren meegemaakt. Wij kwamen en
troffen hem aan: met dankbaarheid weliswaar, maar toch alsof hij zich bevond in
het niemandsland dat zich uitstrekt tussen ons en de vorige bewoners. En daar
staat hij nog steeds.
De boom van
mijn jeugd was geen walnoot, maar een sterappel. Hij was vele tientallen jaren
oud, uitgegroeid tot een reusachtig formaat, overdadig in bloei en vrucht ;
mocht u niet weten wat een sterappel is: het is een kleine appel, dieprood van
kleur, een rood dat zich niet beperkt tot de schil, maar dat vaak ook het
vruchtvlees kleurt. Geur, kleur en smaak zijn geheel eigensoortig.
Die sterappelboom is er voor mij altijd geweest, hij heeft nooit in
niemandsland gestaan. Hij behoorde tot de categorie van dingen die reeds
bestaan in onze vroegste jeugd en die we ons nauwelijks hoeven toe te eigenen. Ze
zijn er; ze zijn deel van de wereld, die gaandeweg onze wereld wordt. We weten
van geen tijd dat ze ons nog vreemd waren. Zo vertrouwd kunnen ze ons zijn dat we
schrikken als we op zekere leeftijd hun vreemdheid beseffen – een schrik die in
feite een onderstreping is van de vertrouwde verhouding die we ermee hadden
opgebouwd.
Kunnen we
ons dan wel hechten aan iets wat later in ons leven zijn intrede doet? Uiteraard,
zij het alleen na verloop van tijd. Het delen van een geschiedenis met iets
leidt vrijwel altijd tot een soort hechting. (Het kan immers niet zo zijn dat
in nieuwbouwwijken alleen maar ongehechte types leven.) Maar het schijnt me toe
dat de hechting aan iets wat we later verwerven, nooit de intensiteit krijgt
van de binding aan datgene-wat-er-altijd-al-was. De walnoot is een groot
cadeau, maar de sterappel was een groter: een geschenk van het soort dat we krijgen
zonder zelfs maar te weten dat we het krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten