Obama zegt een afspraak met Poetin af: symboolpolitiek. Boerka’s
worden verboden in de openbare ruimte: symboolpolitiek. Er wordt een
atoomakkoord met Iran gesloten: symboolpolitiek. D66 stelt voor om ‘bij de
gratie Gods’ uit Nederlandse wetten te schrappen: symboolpolitiek.
Vaker en vaker duikt het woord op, en nooit wordt het in
positieve zin gebruikt. Symboolpolitiek is zoiets gaan betekenen als: proberen goede
sier te maken met maatregelen die niets om het lijf hebben. Door het zo op
te vatten wordt naar mijn idee de waarde van symbolen ernstig onderschat.
Neem het boerkaverbod. Tegenstanders noemen het
symboolpolitiek, want zo’n verbod treft slechts tweehonderd vrouwen in
Nederland en het lost de echte problemen met de islam niet op. Dat mag waar
zijn, maar de boerka is op zichzelf onmiskenbaar een krachtig symbool: van een
bepaalde opvatting over de verhouding tussen mannen en vrouwen, van een
levensovertuiging die moeilijk is te rijmen met de ideeën die we in het Westen
koesteren. Door dit symbool uit de openbare ruimte te bannen, bedrijf je
weliswaar symboolpolitiek, maar daarmee wordt de maatregel nog niet irrelevant.
Toen D66 eerder dit jaar voorstelde om ‘bij de gratie Gods’
uit de wetten te schrappen, reageerde SGP-leider Van der Staaij dat het hier
ging om ‘symboolpolitiek van de slechtste soort’. Wilde hij daarmee suggereren
dat het om een onbelangrijke kwestie ging? Dat is bijna niet voor te stellen.
Voor zowel de SGP als D66 is ‘bij de gratie Gods’ een belangrijke symbolische
formulering, die uitdrukt dat er meer is dan volkssouvereiniteit – ook al
juicht de SGP deze formulering toe en wordt ze door D66 verguisd.
Symbolen zijn niet onbelangrijk. We roepen een symbool juist
in het leven om iets te representeren dat we wél belangrijk vinden. Een
huwelijk krijgt een ring, een land krijgt een vlag, een prestatie een medaille
- om over symbolen in religieuze zin nog maar te zwijgen. Een afspraak van
Obama met Poetin kan in praktische zin zonder directe gevolgen blijven, op
symbolisch niveau is het een gebeurtenis van belang.
Andersom heeft een symbool ongetwijfeld een zekere uitwerking
op de alledaagse werkelijkheid. Wie dat niet erkent, onderschat de waarde van
beelden en van onbewuste psychologische processen. Niet voor niets nam men een
vaandel mee als men een veldtocht ondernam. En (Strategospelers weten dat) als
de vlag valt, is de slag verloren.
Een symbool staat ergens voor: voor de 'betekende zaak'.
Het eren of schrappen ervan laat zien waar we nog steeds, of niet langer, waarde
aan toekennen. Het D66-voorstel is ongetwijfeld symboolpolitiek – maar juist om
die reden van een niet te onderschatten belang.
Mijn RD-column van 13 februari 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten