Een schrijver die een nieuw
idee opgedaan heeft, doet niet zelden alsof eerdere schrijvers nu juist dat idee
schromelijk over het hoofd hebben gezien. Het is zeer de vraag hoe vaak dat
werkelijk het geval is.
Neem de Britse
nieuwtestamenticus Tom Wright. Onlangs las ik zijn boek Verrast door hoop, en ik heb er beslist een en ander van geleerd.
Toch bekroop mij tijdens het lezen een gevoel van ergernis, niet alleen over de
slordige stijl en de aanzienlijke redundantie die het boek kenmerken, maar ook
over Wrights aanname dat het punt dat hij maakt voor zijn lezers helemaal nieuw
is.
Wat Wright beklemtoont is de
lichamelijke opstanding van Jezus, de lichamelijkheid van onze toekomstige opstanding
en het fysieke karakter van wat meestal ‘de hemel’ wordt genoemd. Wat hij
bestrijdt is het idee van ‘zielen’ die ‘naar de hemel’ gaan, de veronderstelling
dat de wereld waarin we leven zal worden vernietigd en de gedachte dat het in
de christelijke leer slechts over de verlossing van individuen gaat en niet
over de verlossing van de werkelijkheid als geheel.
Toen ik onlangs ergens iets
mocht zeggen over Romeinen 8 in verband met het zuchten van de schepping,
besloot ik om bij het bestuderen van de tekst ook maar eens de kanttekeningen
van de Statenvertaling ter hand te nemen. Eerlijk gezegd: half en half met het
idee dat daarin toch wel een enigszins onstoffelijke toekomstverwachting
verwoord zou zijn.
Dan de realiteit. Kanttekening
57 bij Romeinen 8 vers 19 zegt – in mijn woorden weergegeven – dat de hemel en
de aarde op de laatste dag verlost zullen worden van het verderf, en dat het in
deze tekst niet alleen gaat om ménsen die uitzien naar de verlossing. Er wordt
verwezen naar 2 Petrus 3, waar kanttekening 38 bij vers 10 ondubbelzinnig stelt
dat het wezen of de substantie van de wereld niet vernietigd zal worden maar
dat die blijvend is, en dat alleen de hoedanigheden van deze substantie zullen
vergaan en zullen veranderen. Anders gezegd: de schepping zal verlost worden
van zonde en vergankelijkheid – vernieuwd maar niet vernietigd.
Het kan zijn dat in de
anglicaanse traditie waartoe Wright behoort een minder fysieke toekomstverwachting
domineert, maar wat het Nederlandse protestantisme betreft, lijken de bronnen
erop te wijzen dat de Bijbelse leer van de opstanding des vleses wel degelijk
serieus genomen is. Over een theoloog als Van Ruler hoeven we het in dit
verband helemaal niet te hebben. In hoeverre deze leer ook daadwerkelijk is
doorgedrongen in de harten en zinnen van de Nederlandse protestanten – dat is
een andere vraag.
Mijn RD-column van 2 januari 2016
Naschrift
Vergelijk ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 37 ('Van het Laatste Oordeel'): 'deze oude wereld in vuur en vlam stellende om haar te zuiveren' (cursivering gvdw) - onder verwijzing naar 2 Petrus 3. Ook hier gaat het dus niet over vernietiging, maar over zuivering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten