Mijn RD-column van 10 oktober 2015
Na een lesuur vol aandacht voor taal of literatuur is het etenspauze. De boeken gaan de tas in en de broodtrommels komen op tafel. Na het inleidende gerommel gebeurt er iets spookachtigs: een diepe stilte daalt in het klaslokaal neer.
Na een lesuur vol aandacht voor taal of literatuur is het etenspauze. De boeken gaan de tas in en de broodtrommels komen op tafel. Na het inleidende gerommel gebeurt er iets spookachtigs: een diepe stilte daalt in het klaslokaal neer.
Hoe dit komt? De student van nu verorbert zijn boterhammen append.
Ik vroeg leerlingen op zo’n moment laatst of ze hun sociale
contacten aan het bijwerken waren – en de grap was dat ze het sarcasme niet
begrepen. Naar hun idee was dat namelijk precies wat ze aan het doen waren: hun
sociale contacten bijwerken. Dat kan tegenwoordig dus in volslagen stilte, met
voorbijzien aan de directe omgeving.
Op de site van de New
York Times las ik een stuk waardoor ik iets beter ging begrijpen wat ik in
de klas had gezien. Het is geschreven door Sherry Turkle, hoogleraar op het
gebied van technologie en maatschappij. Ze schrijft over het voeren van
gesprekken in een tijd waarin de telefoon altijd onder handbereik is.
Wat blijkt? Als twee mensen zitten te praten en er ligt een
telefoon op de tafel, beïnvloedt dat de
manier waarop ze praten ingrijpend. Ook al bevindt het apparaat zich in de
periferie van hun blikveld, ze zullen – zo blijkt uit onderzoek - zich alleen
wagen aan onderwerpen waarbij het geen probleem is om geïnterrumpeerd te
worden. Een oppervlakkig gesprek is het gevolg.
Wíllen de disgenoten trouwens überhaupt nog een gesprek met
elkaar voeren? In hetzelfde stuk schrijft Turkle dat een gesprek vraagt om geduld
(het schijnt een minuut of zeven te duren voor ons duidelijk wordt waar een
gesprek heengaat) en dat jongeren dat geduld vaak niet meer kunnen opbrengen.
De ‘app generation’ – de generatie van mensen die opgegroeid
zijn met de telefoon in de hand – verwacht namelijk dat de wereld even snel en
efficiënt reageert als een app. Gebeurt dat niet, dan haakt men af. Gesprekken
voeren is natuurlijk niet altijd snel of efficiënt: er vallen stiltes, het
gesprek gaat een kant op die we niet voorzien hadden, onze gespreksgenoot blijkt
weerbarstiger dan we vermoedden. En dus worden echte gesprekken hoe langer hoe
zeldzamer.
Hoe kunnen we de ruimte voor menselijk contact terugwinnen?
Turkle geeft enkele adviezen. Leer de eenzaamheid te herwaarderen. Creëer
telefoonvrije tijden en ruimtes. Ontwerp meer functies als het ‘do not disturb’
van de iPhone. En: investeer in gesprekken – want beter dan een app laat een
gesprek zien hoe rijk, sprekend en onvoorspelbaar de werkelijkheid is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten