donderdag 30 oktober 2014

Schoonheid is geen franje

Mijn RD-column van 25 oktober 2014

Ook in onze buurt duiken zonnepanelen op. Stelt u zich zo’n sympathiek, rood jaren-dertig-pannendak voor, dat al wel een beetje verrommeld is door dakramen en dakkapellen, maar waarvan de uitstraling toch vriendelijk is gebleven en wezenlijk onaangetast. Positioneer daar in uw voorstelling nu eens een twintigtal van die grote rechthoekige blinkende zwarte platen op. U hebt gelijk: dat gaat wel erg op een industrieterrein lijken.

Maar, hoor ik u denken, dat is een kwestie van smaak en van esthetisch gevoel, en daar winnen we de oorlog niet mee. Bovendien, als we dan toch iets aan de klimaatverandering willen doen, laten we dan bij onszelf beginnen. En als zorg voor het milieu ook nog eens een dikkere portemonnee oplevert, is er toch geen twijfel meer mogelijk?

Oordeel niet te snel. Autarkie is een nobel ideaal, je eigen energie opwekken is daar hoe dan ook een mooi voorbeeld van, zeker als het op een milieuvriendelijke manier gebeurt. En toch is klagen over esthetische vervuiling meer dan gezeur in de marge.

De Engelse filosoof Roger Scruton zet in zijn boek Groene filosofie een conservatieve visie op de bescherming van natuur en milieu uiteen. De kern van zijn betoog is dat zorg voor de planeet begint bij de liefde voor het eigen thuis. Scruton gebruikt daarvoor het woord oikofilie. ‘Thuis’ moet daarbij breed opgevat worden: als de omgeving waarin iemand geaard is, waaraan hij gehecht is, waar hij zich – inderdaad - thuis voelt.

Hoewel er best iets valt in te brengen tegen Scrutons ideeën over oikofilie, bevatten ze een innemende hoeveelheid gezond verstand. Urkers zouden zich druk kunnen maken over Siberische tijgers of Indonesische orang-oetans, maar het ligt meer voor de hand dat ze briesen over het windmolenpark in hun achtertuin.

Esthetische vervuiling is een serieus probleem. Verlelijking tast namelijk ons thuisgevoel aan, en daarmee vervalt een belangrijk motief om onze omgeving daadwerkelijk te beschermen. Hoe meer het thuis van mensen wordt aangetast, hoe minder reden ze hebben om het te koesteren. Zo leidt verlelijking tot milieubederf. Soms is er weliswaar zelfs voor lelijke dingen een zekere sympathie op te brengen, maar ik geloof niet dat er ooit iemand zal zijn die die kolossale duistere glimdingen op het dak in zijn hart zal sluiten.


Schoonheid is dus geen franje. Zonnepanelen zullen best nuttig zijn, maar laat ze dan geconcentreerd worden op plekken waar toch al niemand iets om geeft. Als ze verschijnen op plaatsen waar mensen van houden, zijn er uiteindelijk alleen maar verliezers: de plaats zelf, de mensen die zich er thuis voelden en – als Scruton gelijk heeft - op langere termijn zelfs ook het milieu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten