De aflevering van Zomergasten met historicus Beatrice de
Graaf werd afgesloten met een opname van samenzang. Vanuit de Grote Kerk in
Putten klonken psalm 84 vers 3 en 4, in de berijming van 1773: ‘Welzalig hij,
die al zijn kracht / en hulp alleen van U verwacht’. Iemand die op dat moment
in de uitzending viel, zal misschien gedacht hebben dat de VPRO het spoor
bijster was: dit was dan wel protestants, maar toch niet erg vrijzinnig.
De kijker die de voorafgaande drie uur had meegemaakt, snapte
hoe het zat. Het was geen poging van de christelijke De Graaf om een religieus
tintje aan de uitzending te geven. Het was ook niet bedoeld als folklore, als
aapjes kijken. Het was een logisch besluit van een gesprek over geschiedenis, geweld,
geloof en Putten.
Met Putten – geboorteplaats van De Graaf - begon de
uitzending ook. De Graaf liet enkele fragmenten uit de film Putten op de Veluwe zien, waarin twee overlevenden
van de beruchte razzia in 1944 verklaarden waardoor zij het wel, en zoveel
anderen het niet overleefd hadden. Volgens psychiater Andries van Dantzig had
het iets met de volksaard te maken: de Puttenaren groeven als ze graven
moesten, ze verbruikten te veel energie, ze hadden geen talent voor overleven. Hijzelf
daarentegen wist waar hij een lijn moest trekken en drukte zich waar hij kon. Journalist
Boy Idema vertelde een vergelijkbaar verhaal.
De Graaf zat zich boos te maken. Volgens haar was dit een
geval van blaming the victim, waarbij
het slachtoffer de verantwoordelijkheid voor zijn lot aangewreven krijgt, juist
ook door overlevende medeslachtoffers. Het was randstedelijke arrogantie, Van
Dantzig zette een beeld neer van domme calvinistische boertjes bij wie de
arbeid in de genen zat en die dan ook weinig anders konden dan hard werken. Dat
was overigens wel weer een interpretatie van De Graaf, ik hoorde dat zo
duidelijk niet terug in de woorden van Van Dantzig.
Maar de boosheid van De Graaf sprak boekdelen: hier sprak iemand
die uit Putten kwam, die haar mensen aangevallen zag en die het voor hen opnam.
Je kunt in de Randstad wonen en hoogleraar conflict en veiligheid in historisch
perspectief zijn, maar je wortels verloochen je niet. Op zeker moment vroeg
interviewer Wilfried de Jong haar ernaar en toen liet De Graaf het woord
‘Heimat’ vallen. Je kunt het volgens haar vergelijken met bungeejumpen: hoe ver
je ook uitzwiert, uiteindelijk kom je terug op de plek waar je vandaan kwam.
En waarom juist psalm 84 vers 3 en 4? Dat waren de verzen
die de opgepakte mannen in 1944 zongen voordat ze naar kamp Amersfoort werden
afgevoerd. Nog steeds worden elk jaar bij de herdenking van de razzia in Putten
deze verzen gezongen. ‘Elk hunner zal, in ’t zalig oord / van Sion, haast voor
God verschijnen’.
Ik vond het aangrijpend. Het liet iets zien van de kracht en
de betekenis van het geloof – niet alleen voor individuen, maar ook voor een
dorpsgemeenschap. Goed dat De Graaf deze fragmenten aangedragen had, mooi dat
de VPRO er respectvol ruimte voor bood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten