vrijdag 23 augustus 2013

Heimat

De aflevering van Zomergasten met historicus Beatrice de Graaf werd afgesloten met een opname van samenzang. Vanuit de Grote Kerk in Putten klonken psalm 84 vers 3 en 4, in de berijming van 1773: ‘Welzalig hij, die al zijn kracht / en hulp alleen van U verwacht’. Iemand die op dat moment in de uitzending viel, zal misschien gedacht hebben dat de VPRO het spoor bijster was: dit was dan wel protestants, maar toch niet erg vrijzinnig.

De kijker die de voorafgaande drie uur had meegemaakt, snapte hoe het zat. Het was geen poging van de christelijke De Graaf om een religieus tintje aan de uitzending te geven. Het was ook niet bedoeld als folklore, als aapjes kijken. Het was een logisch besluit van een gesprek over geschiedenis, geweld, geloof en Putten.

Met Putten – geboorteplaats van De Graaf - begon de uitzending ook. De Graaf liet enkele fragmenten uit de film Putten op de Veluwe zien, waarin twee overlevenden van de beruchte razzia in 1944 verklaarden waardoor zij het wel, en zoveel anderen het niet overleefd hadden. Volgens psychiater Andries van Dantzig had het iets met de volksaard te maken: de Puttenaren groeven als ze graven moesten, ze verbruikten te veel energie, ze hadden geen talent voor overleven. Hijzelf daarentegen wist waar hij een lijn moest trekken en drukte zich waar hij kon. Journalist Boy Idema vertelde een vergelijkbaar verhaal.

De Graaf zat zich boos te maken. Volgens haar was dit een geval van blaming the victim, waarbij het slachtoffer de verantwoordelijkheid voor zijn lot aangewreven krijgt, juist ook door overlevende medeslachtoffers. Het was randstedelijke arrogantie, Van Dantzig zette een beeld neer van domme calvinistische boertjes bij wie de arbeid in de genen zat en die dan ook weinig anders konden dan hard werken. Dat was overigens wel weer een interpretatie van De Graaf, ik hoorde dat zo duidelijk niet terug in de woorden van Van Dantzig.

Maar de boosheid van De Graaf sprak boekdelen: hier sprak iemand die uit Putten kwam, die haar mensen aangevallen zag en die het voor hen opnam. Je kunt in de Randstad wonen en hoogleraar conflict en veiligheid in historisch perspectief zijn, maar je wortels verloochen je niet. Op zeker moment vroeg interviewer Wilfried de Jong haar ernaar en toen liet De Graaf het woord ‘Heimat’ vallen. Je kunt het volgens haar vergelijken met bungeejumpen: hoe ver je ook uitzwiert, uiteindelijk kom je terug op de plek waar je vandaan kwam.

En waarom juist psalm 84 vers 3 en 4? Dat waren de verzen die de opgepakte mannen in 1944 zongen voordat ze naar kamp Amersfoort werden afgevoerd. Nog steeds worden elk jaar bij de herdenking van de razzia in Putten deze verzen gezongen. ‘Elk hunner zal, in ’t zalig oord / van Sion, haast voor God verschijnen’.

Ik vond het aangrijpend. Het liet iets zien van de kracht en de betekenis van het geloof – niet alleen voor individuen, maar ook voor een dorpsgemeenschap. Goed dat De Graaf deze fragmenten aangedragen had, mooi dat de VPRO er respectvol ruimte voor bood.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten