John Eliot Gardiner is een groot dirigent en zoals onlangs
bleek is hij ook in staat om een mooie documentaire te maken. In Bach, A Passionate Life schetste hij
voor de BBC de levensloop van Johann Sebastian Bach. Hij kreeg er maar liefst
anderhalf uur de tijd voor en het programma was veelzijdig en informatief.
Toch liet de uitzending een nare smaak achter. Daarvoor was een
ingehuurde hoogleraar in de psychologie verantwoordelijk. Deze dame beweerde op
grond van de snippers informatie die Gardiner aandroeg met enige stelligheid dat
Bach leed aan een paranoïde persoonlijkheidsstoornis. De conflicten met zijn
superieuren, het geklaag over tegenwerking en het wantrouwen jegens zijn
medemensen: meer aanwijzingen had ze niet nodig. Naar de achtergrond van de
stoornis was het ook al niet lang zoeken, want Bach had in zijn jeugd ingrijpende
sterfgevallen meegemaakt en was bovendien op school gepest.
Als dat representatief is voor het werk van psychologen
kunnen de studies psychologie wel opgedoekt worden. Men vertelt vijf anekdotes
over zichzelf en Sigmund velt het oordeel. Het is niet te hopen dat het er bij
hulpverlenersook zo aan toe gaat als ze een levende patiënt tegenover zich
hebben. Niettemin beaamde Gardiner haar uitspraken enthousiast.
Het herinnerde me aan een vergelijkbaar geval. Dat betreft
de theoloog Cornelis Steenblok, de voorman van de Gereformeerde Gemeenten in
Nederland. In 2010 publiceerde Pieter Rouwendal een biografie van Steenblok en
daarin uitte hij het vermoeden dat Steenblok een autist was of aan het syndroom
van Asperger leed. Zijn onvermogen om zich te verplaatsen in anderen, zijn
gelijkhebberige opstelling in meningsverschillen en zijn obsessieve
belangstelling voor bepaalde onderwerpen waren de indicatoren, samen met enkele
typische gedragingen van Steenblok. De boeken in zijn omvangrijke bibliotheek
waren slechts geordend op formaat – er was geen sprake van een meer thematische
ordening. Naar verluidt parkeerde hij zijn auto in de achterkamer van zijn
woning.
In de Gereformeerde Gemeenten in Nederland reageerde men
begrijpelijkerwijs niet erg welwillend op de suggestie van Rouwendal. Hoewel
Rouwendal alleen bepaald abnormaal gedrag van Steenblok wilde verklaren, zag
men er toch een ondermijning van Steenbloks theologische ideeën in. L.M.P.
Scholten, een doorgaans bedachtzaam formulerend auteur, schreef dat voor het
voor hem duidelijk was dat Steenblok juist niet leed aan de hem door Rouwendal
toegeschreven stoornis. Het was al met al geen verkwikkelijke en ook geen
verrijkende discussie.
Als je iemand al met terugwerkende kracht een diagnose wilt
meegeven, dan zul je je eerst moeten afvragen hoeveel er met zekerheid bekend
is over zijn leven en vervolgens of dat genoeg is om er een oordeel op te
baseren. In het geval van Bach is het antwoord op de eerste vraag: weinig, en
op de tweede vraag: nee. De Londense psychologe handelde onzorgvuldig en
dus respectloos. De doden verdienen beter, zeker als ze Johann
Sebastian Bach heten. Onbegrijpelijk dat Gardiner hieraan meedeed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten