Het akelige van de globalisering is dat ook
betreurenswaardige tendensen een universeel karakter krijgen. In het magazine The Atlantic was begin deze maand een
artikel te lezen over de vrije val van de naam Mary in de VS. Mary was vele
decennia de meest aan meisjes gegeven naam, maar staat nu niet eens meer in de
top honderd: op positie 112 namelijk.
Philip Cohen, auteur van het artikel, ziet individualisering
als belangrijkste oorzaak. Mensen hebben tegenwoordig een sterke behoefte om af
te wijken van wat ze als standaard ervaren, een drang tot originaliteit, tot
anderszijn. De extended family, de
religie en andere instituties die de neiging kunnen voeden om je boreling een
meer gebruikelijke naam te geven – ze zijn veel van hun invloed kwijtgeraakt.
Niets is heilig voor deze hang naar het ongewone, en dus ook
de namen van kinderen niet. Dat is in de VS niet anders dan in Nederland. Cohen
zag kleinkinderen van Mary’s voorbijkomen met namen als Mazie, Ja’nae en Asani.
Er worden – en dat geldt waarschijnlijk ook voor Nederland – veel meer
verschillende namen gegeven dan pakweg zeventig jaar geleden. Originaliteit is
niet zo moeilijk. Een klinker hier veranderen, een medeklinker daar, en daar
gaat weer iemand met een originele naam het leven in.
Toch ontsnappen ook de naamkunstenaars niet aan modes en trends.
Hun kinderen zullen er ooit achter komen dat ze dezelfde naam hebben als enkele
van hun klasgenoten – zie de Nederlandse populariteit van Emma, Julia, Sophie; van
Lucas, Daan en Sem. In andere milieus zullen de Jaydens en Kayleighs door
hetzelfde lot getroffen worden. Als originaliteit niet belachelijk is, dan
blijkt ze gewoon onmogelijk.
Nederlandse christenen, van wie je zou verwachten dat ze gesteld
zijn op hun tradities, doen vrolijk mee aan het namenfestival. De
geboorteberichten in RD en ND spreken voor zich. Minstens zo lezenswaard zijn
de overlijdensadvertenties. Hoe zeldzaam worden de grootouders die vernoemd
zijn volgens de regelen der kunst.
Volgens Cohen streven ook Amerikaanse christenen naar
originaliteit in de naamgeving. Zo werd de naam Nevaeh in de VS in 2011 twee
keer zo vaak gegeven als Mary. Ja, u rilde terecht: dat is ‘heaven’
achterstevoren gespeld. Over enige tijd hebt u een tweemaal zo grote kans om
onder Amerikaanse jongeren een Nevaeh te ontmoeten dan een Mary. Niets hemels
aan.
Deze week was Maastrichtenaar Johannes Gerardus Joseph Maria (60) in het nieuws. Hij zat zo
in de knel met zijn verleden en zijn naam dat hij rechterlijke toestemming
heeft gevraagd (en gekregen) om zijn naam te veranderen in Jo. Zeer katholieke
ouders, een opgedrongen geloof, een mislukte priesteropleiding, psychische
problemen. Zijn namen verwezen hem voortdurend naar het ongeluk dat hij achter
zich had en bij zich droeg.
Nu maar afwachten hoe lang het
duurt tot de eerste psychische problemen wegens afgedwongen originaliteit
openbaar komen. Of zien we die al om ons heen? Al die mensen die zo naarstig op
zoek zijn naar zichzelf – waarom zijn
die eigenlijk op zoek naar zichzelf?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten