vrijdag 31 augustus 2012

Het licht van Westkapelle


Een van de bijzonderste kerktorens van Nederland staat in Westkapelle. Het schip van de Willibrorduskerk brandde af, de toren bleef staan en daarop prijkt een vuurtorenopbouw. ‘Westkapelle Hoog’ heet de toren in jargon. Nog steeds wentelt daarvandaan het licht over de zee en over Walcheren.

Weinig mensen weten dat er in De lichtwachter van Pieter Nouwen een prachtige evocatie van Walcherse strandvakanties in de jaren vijftig te vinden is. Het relaas is zo rijk gestoffeerd met details en zo doorvoeld dat het wel autobiografisch moet zijn. Ik heb het boek hier – zelf met vakantie op Walcheren – niet bij de hand, maar als ik het me goed herinner is het licht van de Westkapelse vuurtoren voor de hoofdpersoon een houvast in angstige nachten. Zoals het licht van een andere vuurtoren, ook verbonden aan een kerk, in het Spaanse Chiponia, in het boek de veiligheid van het geloof symboliseert. Ik vermoed dat de herinnering aan de Westkapelse toren de verbeelding van Nouwen heeft doen ontvlammen en aldus de aanleiding is geweest voor het schrijven van een fraaie roman.

De geschiedenis van Westkapelle zelf is bepaald indrukwekkend. In het lokale museum kan men leren dat Westkapelle een dorp van dijkwerkers is – de zuidwestelijke zeewering van Walcheren kan het niet zonder menselijk ingrijpen af. Derhalve werkten generaties Minderhouds en Lievenses en andere –ses voor de veiligheid van het achterland. Dat deden ze samen. Westkapelle ligt geïsoleerd, het is een dorp waar je alleen komt als je er moet zijn. Dat zal bijdragen aan het gesloten karakter van de gemeenschap. Eerder dit jaar kwam het nog in het nieuws met een ontuchtaffaire, waarbij de dader bekende en de slachtoffers ontkenden. Weldenkend Nederland was verbijsterd en sprak er schande van.

Toen de Engelsen in 1944 de Duitsers van Walcheren wilden verjagen, wisten ze geen adequater middel te bedenken dan het bombarderen van de dijken, opdat het eiland onder water zou komen te staan. Bij Westkapelle onstond een enorme bres in de dijk. Helaas werd het dorp zelf ook geraakt. Veel bewoners hadden – uit eigenwijsheid of uit onmacht – het dorp niet verlaten. Het schrijnendste verhaal is dat over de molen, waar in de kelder tientallen mensen veiligheid hadden gezocht. Tijdens het bombardement stortte de molen in en het puin versperde de uitgang. Het water kwam op. De mensen zaten als ratten in de val. Een moeder wist haar baby door het puin omhoog te werken. Het kind werd gered, de moeder kwam om.

Het bombardement verklaart waarom Westkapelle ogenschijnlijk zo weinig interessant is. Vanaf de dijk zie je slechts een zee van oranje daken – allemaal naoorlogs. Gelukkig is daar dan een goed museum dat de geschiedenis uit de doeken doet. Dan blijkt Westkapelle een geteisterde gemeenschap, die veel sympathie opwekt. Gelukkig is daar ook dat ene markante punt, dat gespaard is gebleven: de kerktoren die het licht over het eiland strooit. Hij hoort niet meer bij een kerk, maar mede dankzij de roman van Pieter Nouwen is de toren een welsprekend symbool van het christelijk geloof.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten