De stilte is een weg die mensen
tot God leidt, aldus de Engelse benedictijn Christopher Jamison. Jamison heeft een
prominente plaats in het BBC-programma The
Big Silence, dat onlangs in Nederland door de RKK werd uitgezonden en dat nog
via Youtube te bekijken is. Vijf Britten met een hectisch leven doen een achtdaagse
stilteretraite en moeten proberen om in hun dagelijks leven plaats in te ruimen
voor stilte. Niet in de laatste plaats door de rol van Jamison en de geestelijk
begeleiders van de deelnemers laat de serie de Rooms-Katholieke Kerk op haar
best zien.
In de hectiek van alledag
lijkt stilte wel eens als een wondermiddel beschouwd te worden: nu kom ik niet
toe aan dit en aan dat, maar als ik tijd had om stil te zijn… De werkelijkheid
is vaak minder rooskleurig. Dat was te zien in The Big Silence. Sommige deelnemers verveelden zich stierlijk: internet
en telefoon waren verboden en ze mochten maar een gesprek per dag voeren, met hun
geestelijk begeleider.
In de stilte gaat het
spoken. Ten minste twee retraitegangers werden geplaagd door de gedachte aan
gestorven geliefden. Anderen kwamen oog in oog te staan met het leven dat ze
geleid hadden en met de keuzes die ze hadden gemaakt. Heilzaam, maar lang niet
altijd aangenaam.
Misschien is veel van de hectiek
die ons leven kenmerkt een strategie waarmee we de donkere kant van het bestaan
op een afstand houden. Of misschien niet eens de donkere kant van het bestaan,
maar gewoon wezenlijke vragen, die ons hoogsteigen leven raken. Pascal heeft
daar indringend over geschreven. ‘Aangezien de mensen niet in staat waren de
sterfelijkheid, ellende en onwetendheid te verhelpen, zijn ze op het idee
gekomen gelukkig te worden door totaal niet aan die dingen te denken.’
Ik herinner me
soortgelijke verhalen van monniken, die in de stilte van hun kloostercel aanvankelijk
niet de hemel vonden, maar de hel. Geconfronteerd te worden met wat er in je
hart omgaat, met wat er onder de laag beschaving en conventie allemaal broeit
en gist, daar loopt een mens liever voor weg.
Toch is de uitspraak van
Jamison waarmee dit stukje opent niet onwaar. Al was het maar omdat de diepte waarin
we door de stilte kunnen worden gebracht een uitstekende plaats is om tot God
te roepen. Bevindelijk gereformeerden weten daar alles van. Graag citeren ze
Jesaja, waar God spreekt: ‘Ik woon bij dien, die van een verbrijzelden en
nederigen geest is’.
Stilte blijkt uiteindelijk
niet zozeer de afwezigheid van geluid te zijn als wel de toestand waarin iemand
kan luisteren. De Engelse geestelijken zijn daar indrukwekkende voorbeelden van:
mensen die kennelijk zoveel rust in zichzelf bezitten dat ze de stem van een
ander werkelijk kunnen toelaten. Ook van het gebed wordt wel gezegd dat het zeker
zoveel luisteren is als spreken. Als de ziel zo stil is dat ze luisteren kan,
dan blijken we niet in een stom universum te leven, dan – aldus Guido Gezelle –
‘spreekt het al een taal dat leeft’.
Stilte, zegt Jamison, kan ons maken tot de
reinen van hart, die God zullen zien. Maar laat niemand denken dat die reinheid
van hart een soort natuurlijk gegeven is. Wie stil wordt, komt daarachter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten