What’s in a name? Voor de
verliefde Julia in Shakespeares Romeo en
Julia is dat duidelijk: niets. Een naam is een willekeurig etiket op een
persoon. Omdat Romeo toevallig Montague heet zou hij haar vijand zijn en is een
huwelijk uitgesloten? Dat is maar flauwekul. In de Nederlandse vertaling van
Burgersdijk: Wat zegt een naam? Dat wat
een roos heet, geurde/ Als het een and’re naam had, even zoet;/ Zo zou ook
Romeo, als hij anders heette,/ Zijn eigen volle, dierb’re waarde houden.
Zo blijkt maar weer dat
verliefdheid niet bijdraagt aan een afgewogen oordeel. Natuurlijk is een naam
meer dan een etiket. Romeo minus zijn naam is zeker niet de complete Romeo. Een
naam drukt (net als een dialect) verbondenheid uit met de streek waar je
vandaan komt. Hij verwijst mensen naar de relatie tot hun familie en
voorgeslacht. Overigens geldt dat tegenwoordig vooral voor achternamen, sinds
Nederlanders zo fijn creatief geworden zijn met voornamen.
Zelfs bij romanpersonages valt er een
soort genealogie uit hun naam af te leiden, zo bleek me onlangs. Wie de boeken
van Pieter Nouwen leest, komt tal van naamgrapjes en dubbele bodems tegen. Zie
het namenspel in De pias van het Pentagon
(president Uzziah Push, premier Bekenlande), neem Orazio Gentileschi uit De god in de machine of Pedro de Luna
uit De lichtwachter: bijna alle namen
in Nouwens boeken, zelfs van bijfiguren, zijn geladen met betekenis of knipogen
naar de realiteit.
Extra interessant is de naam van Edward
Schneider, de arrogante zanger die in Het
negende uur de Christuspartij moet zingen in de Mattheüspassie. Ooit
ontdekte ik dat zijn naam een – niet geheel perfect – anagram is van de naam Richard
Wagner, de componist wiens artistieke opvattingen Schneider deelt, en die net
als Schneider op vrijdagmiddag om drie uur gestorven schijnt te zijn.
Tot voor kort dacht ik dat Nouwen had
zitten puzzelen met de naam van Wagner, om er een snijdende variant op te maken
die past bij het hoogmoedige karakter van zijn hoofdpersoon.
Inmiddels vermoed ik dat het anders is gegaan.
Hier in huis wordt De naam van de roos
gelezen – en wie schetst onze verbazing als op pagina 12 de naam Edouard
Schneider blijkt te staan. Hij is de auteur van Les heures bénédictines (Parijs, 1925; een titel die je overigens
niet direct in de bibliografie van Nouwens zanger verwacht). Eco speelt graag
intellectuele spelletjes en verwijst soms naar niet bestaande bronnen, maar het
boek van Edouard Schneider bestaat echt, aldus Google. Nouwen speelt graag hetzelfde
soort spelletjes als Eco. Het is ondenkbaar dat hij hem niet gelezen heeft.
Heeft hij bij Eco deze naam ontdekt en gezien dat de naam van Wagner erin
verborgen zat?
Wel ironisch dat een auteur die zo bewust
met namen omging op de achterkant van de dvd van de romanverfilming Het negende uur een verkeerde naam meekreeg.
Paul Nouwen heet hij daar. Misschien
heeft Nouwen er wel om kunnen glimlachen: mag je dan blijkbaar Petrus niet
zijn, dan is Paulus in elk geval geen gek alternatief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten