Column, eerder gepubliceerd
in de bijlage ‘Gulliver’ van het Nederlands Dagblad op 9 september 2011.
Als u kinderen hebt mag u wel eens bij uzelf te rade gaan, nu
het in deze krant besproken proefschrift Parents
and the media er ligt. Kijkt u veel tv? Naar welke programma’s kijkt u?
Hoeveel leest u? Wat leest u? Hoeveel tv’s staan er bij u in huis? En hoeveel
boeken?
Natascha Notten promoveerde dinsdag in Nijmegen op de
genoemde studie, waaruit blijkt dat de antwoorden op deze vragen medebepalend
zijn voor de toekomst van uw kinderen. Veel tv-kijken is slecht voor hun
toekomst. Veel lezen is gunstig. Meer dan één tv in huis is slecht, veel boeken
in huis is goed.
Slecht en goed, dat meet Notten vooral af aan de
onderwijsloopbaan van de kinderen (en ook aan hun Body Mass Index). Kinderen van ouders
die nooit voorlezen en nooit napraten over wat ze op de televisie hebben
gezien, doen het minder goed op school. Een vader en moeder die naar Nieuwsuur kijken en Mulisch lezen en
daar misschien ook af en toe een opmerking over maken, hebben een iets grotere kans
op een kind dat naar de universiteit gaat.
Zoals het gaat met dit soort berichten: er worden feiten
gerapporteerd, maar tussen de regels galmt een moreel appel. Dat luidt: u moet
veel (voor)lezen, want dan doen uw kinderen het goed op school. Mij zit dat
woordje ‘want’ eigenlijk vooral dwars. Ik zie een ouder voor me die met een
vermoeide blik een deeltje Pluk van
de plank neemt en op verveelde toon zijn zesjarige de avonturen van de Weerman,
Spijtebijt en tante Pleeg voordraagt – want dan kan ze hopelijk later naar de
havo.
Het doet me denken aan de man die elke avond bad voor het
slapengaan omdat hij dan zo lekker sliep. Wat hoogstens een gunstig neveneffect
mag heten (een goede nachtrust), werd einddoel. Dat moet, lijkt me, tamelijk catastrofale
effecten voor het bidden hebben gehad.
Tot nu toe dacht ik dat mensen lazen omdat ze daar plezier
in hadden, om iets te weten te komen, om achter een ander venster op de wereld
geplaatst te worden, of zelfs achter een venster op een andere wereld. Nu
blijkt dus dat je ook kunt gaan lezen om je kinderen een treetje hoger op de
maatschappelijke ladder te helpen.
Het beoefenen van een bepaalde praktijk (in dit geval lezen,
of bidden) is vooral vruchtbaar als je het doet met een doel dat intrinsiek aan
die praktijk verbonden is. Bidden doe je niet voor (alhoewel misschien wel om)
je nachtrust, lezen doe je niet voor wiens succesvolle onderwijsloopbaan dan
ook. Trouwens, iemand die zich aan Kees
de jongen zet omdat hij zijn kind zo graag op de universiteit ziet komen,
zal waarschijnlijk weinig profijt en jolijt aan zijn lectuur ontlenen.
Gelukkig is Rome ook via zijwegen te bereiken. Misschien dat
pa ergens halverwege Pluk iets van de
genialiteit van Annie M.G. Schmidt beseft en louter voor zijn plezier gaat
voorlezen, zo niet lezen. Misschien dat de ouder die Kees de jongen gelezen heeft, als hij het boek dichtslaat, merkt
dat hij van Theo Thijssen is gaan houden en naar diens andere werk grijpt.
Misschien dat de bidder-omwille-van-zijn-nachtrust op zeker moment toch God
ontmoet.
Onvervreemdbaar
BeantwoordenVerwijderenDit wordt ons niet ontnomen: lezen,
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.
Zij waren het van kind af aan.
Hen wenkt de wereld waar de groten,
de tijdelozen, voortbestaan.
Tot wie wij kleinen mogen gaan;
de enigen die ons nooit verstoten.
Ida Gerhardt