woensdag 11 juni 2014

Steken na een buiging

Mijn RD-column van 7 juni 2014

Brandon Bryant (28) was zes jaar lang piloot van een drone. Dat klinkt heldhaftiger dan het is. Bryant zat ergens in de woestijn van Nevada in een verduisterde container met een scherm voor zich en een joystick in de hand. Zijn doelwitten liepen in Afghanistan of Irak. Bryant kreeg een commando, hij richtte de sensor, een collega drukte op een knop. Duizenden kilometers verderop, hoog in de lucht, vuurde een drone een raket af. In zijn container zag Bryant hoe de gestalten op zijn scherm geëlimineerd werden. Hij is nu piloot-af en loopt getraumatiseerd rond. De media pikten zijn verhaal gretig op.

We gaan straks de Eerste Wereldoorlog herdenken. Van de stroom boeken die er dit jaar over verscheen, las ik de roman Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans. Het is een invoelend portret van zijn grootvader voor, tijdens en na de oorlog, op basis van de aantekeningen die Hertmans’ opa heeft nagelaten. De grootvader was soldaat in het Belgische leger.

Hertmans vertelt hoe de Belgen op zeker moment tegenover de Duitsers liggen en hoe een groep Duitse soldaten zich overgeeft. Met een witte vlag en de handen omhoog komen ze richting de Belgische positie. Dan gebeurt het. De Belgen staan op om de Duitsers gevangen te nemen, de Duitsers laten zich onmiddellijk plat op de grond vallen en vanuit de Duitse linie achter de capitulanten barst mitrailleurvuur los. Het is één voorbeeld uit vele, van de schending van aloude codes die toenam naarmate de oorlog vorderde.

Hertmans’ roman maakt de geschoktheid van zijn opa goed invoelbaar. Hij was een man uit een Gentse volksbuurt, kunstzinnig maar niet rijk, katholiek, met een ouderwetse moraal. Ook zijn krijgsmoraal was ouderwets en behelsde moed, zelftucht, seksuele ingetogenheid en eergevoel. Hertmans beschrijft hoe deze moraal van de negentiende eeuw (‘de militair die zowat boog boog voor een vijand alvorens hem neer te steken’) plaats maakte voor een gruwelijke morele leegte.


Anno 2014 zijn we op een ander niveau van oorlogsvoering beland. Brandon Bryant doodde mensen die zich op duizenden kilometers bij hem vandaan bevonden, mensen die niet eens wisten dat ze aangevallen werden, in een strijd waaruit elke suggestie van gelijkwaardigheid is verdwenen. Ooit waren we bang dat computerspelletjes ons gewelddadiger zouden maken, nu wordt de werkelijkheid zelf veranderd in een computerspel – met zeer reële gevolgen, dat wel. Het lijkt een cleane vorm van oorlogvoeren, maar de haat en wraakzucht die het oproept, zullen zich ooit een keer in daden omzetten. Enige krijgsmoraal, zo valt te vrezen, zal ook dan geen rol meer spelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten