Mijn RD-column van 21 december 2013
Ik
weet niet of mijn kinderen uniek zijn op dit punt – ik denk het niet. Op een
mooie herfstdag loop je met ze door het bos en je maakt een foto van de kleine
zus. Zodra de foto is gemaakt verdringen ze zich rond het fototoestel: ‘Mag ik
‘m zien?’ De botte logica waarmee ik meestal reageer geeft vermoedelijk blijk
van ernstig onbegrip voor de kinderpsyche: ‘Op de foto staat alleen maar wat je
op dit moment ook voor je neus kunt zien.’ Voor zover ik tot nog toe heb kunnen
waarnemen slaat dit argument dan ook niet aan. Als er een kiekje is gemaakt,
dan willen ze het gewoon zien.
Onlangs
zag ik foto’s van de Zuid-Koreaanse fotograaf Myoung Ho Lee, waardoor ik aan de
vraag van mijn kinderen moest denken. Lee fotografeert eenzame bomen in hun
natuurlijke omgeving en hij pleegt maar één ingreep, zij het een forse: hij
laat enorme canvas doeken achter zijn bomen spannen. Vervolgens fotografeert
hij de boom en het doek, én het landschap eromheen. Ik zie eerlijk gezegd liever
een boom zonder doek erachter, maar ik moet toegeven: het levert vervreemdende,
fascinerende beelden op. Het doek isoleert de boom van zijn omgeving, waardoor
je niet anders kunt dan hem aandacht schenken.
De
vraag is dus: waarom gaan we pas echt naar iets kijken als er op een of andere
manier een lijst omheen zit?
Misschien
is het dit: omdat we onze normen voor wat mooi is niet uit de werkelijkheid
halen, maar uit afbeeldingen van de werkelijkheid. Elk kind heeft plaatjes
gezien van, zeg, een mooie bloeiende roos en op die manier geleerd om een roos
mooi te vinden. Zou het zo kunnen zijn dat we een roos pas weer mooi gaan
vinden als we hem als afbeelding zien; dat we de gefotografeerde roos verkiezen
boven de werkelijke? Als dat zo is, zou hier voor opvoeders een schone taak
kunnen liggen, namelijk om kinderen een smaak voor de werkelijke dingen bij te
brengen.
Bovendien:
fotograferen is een daad van ‘toe-eigening’ van de wereld, zegt Susan Sontag in
een van haar essays over fotografie. Volgens haar voelt het maken van een foto
aan als kennis en daarom als macht. Misschien geldt dat niet alleen voor de
daad van het fotograferen zelf, maar ook voor het kijken naar een foto. De
realiteit met haar vier dimensies is veelvormig en complex en alles stroomt
altijd maar door. Maar ziedaar: in een foto zijn de vier dimensies tot twee
gereduceerd. We kunnen de werkelijkheid beter aan als we haar versimpeld
hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten