zaterdag 22 juni 2013

Op expeditie in Melis

(Hans Werkman schreef in het ND van 24 mei twee kantenpagina's vol over een kerkdienst in de Gereformeerde Gemeente van Meliskerke die hij had bijgewoond. Franca Treur ging eertijds in deze gemeente ter kerke en deed er belijdenis. Onderstaand stuk is een reactie op het artikel van Werkman.)

Het stuk van Hans Werkman in de ND-bijlage Gulliver over de kerkdienst in de Gereformeerde Gemeente van Meliskerke schreeuwde om reacties en die kreeg het dan ook: er waren ingezonden brieven en de hoofdredactie plaatste een kritische noot (ND 1 juni). Graag wijd ik nog wat woorden aan Werkmans tekst.

Om te beginnen is het niet juist dat, zoals Werkman suggereert, Franca Treur het geloof heeft losgelaten omdat haar kerk ‘een eenzijdig beeld van God en mens laat bevriezen in donkere vormen’. Ze viel van haar geloof af omdat ze tijdens haar studie ontdekte dat de Bijbel een veel minder uniek en goddelijk boek leek te zijn dan ze altijd had gedacht. Naast Genesis bestond er ook het Gilgamesj-epos. Het kan best zijn dat men in haar plattelandsgemeente niet veel aandacht schonk aan dergelijke kwesties, maar met bevroren beelden in donkere vormen heeft het weinig te maken.

Werkman vraagt zich af wat de Meliskerkse jongeren die belijdenis zullen doen precies gaan belijden. Hij schrijft: ‘Ik kan nauwelijks geloven dat het een getuigenis is van een relatie met Christus’ en hij vermoedt dat het om een belijdenis van de leer zal gaan. Dat vermoed ik ook en ik vind – hoeveel er ook scheef, mis en krom zou kunnen zijn in Meliskerke – belijdenis doen van de leer die naar de godzaligheid is (zo heet het ergens in een religieus geschrift) helemaal niet zo’n slecht idee. (In dit verband noemt Werkman ook de ‘blozende wangen’ van Franca Treur toen zij belijdenis deed met Pasen 1999. Ik heb lang nagedacht over de betekenis daarvan, maar ik ben er niet uit. Schaamde ze zich? Was ze koortsig? Zenuwachtig? Deed de airco het niet? En hoe weet Werkman dat? En wat doet het ertoe?)

Werkman lijkt te vinden dat we in de kerk sneller moeten gaan zingen naarmate onze machines sneller worden. Hij noteert althans met bevreemding dat men zeventien seconden over een psalmregel doet ‘in een tijd van snelle gedigitaliseerde melk- en kantoormachines’. Dat vind ik een misverstand. Stel je voor dat we eenzelfde factor sneller moeten gaan zingen als de kantoormachines (computers?) de laatste jaren sneller geworden zijn – dat haalt men zelfs in Werkmans kerk niet, hoe ‘flexibel, creatief en positief’ de dienst daar volgens hem ook wordt ingevuld. Ook flexibiliteit heeft haar grenzen.

Tijdens en na de dienst zwijgt men in Meliskerke. Vrouwen hebben een hoed op. Kinderen zitten stil (Werkman vraagt zich af: voorbeeldig of geprogrammeerd? Zelfs in het laatste geval voorbeeldig, vind ik.) In de middagdienst zijn er 1050 mensen aanwezig. Hun kleren zijn donker. Mannen gaan staan voor het gebed. In de preek komt het oordeel ter sprake. 

Het is werkelijk heel vreemd allemaal - behalve wanneer je bereid bent iets verder te kijken dan de buitenkant van de buitenkant. Aanbevolen lectuur: Van Rulers 'Ultragereformeerd en vrijzinnig' (link). 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten